Aantal Bladeren:58 Auteur:Site Editor Publicatie tijd: 2018-06-01 Oorsprong:aangedreven
Abstract
Een gereedschap voor een kantbank voor het buigen van een werkstuk omvat een pons met een ponspunt, een kant voor de persrem en een matrijshouder die de matrijs daarop bevestigt. De persremmatrijs omvat een paar roterende organen en ten minste één elastisch orgaan. De persde remmatrijs definieert verder een langwerpige laterale groef tegenover de ponspunt en ten minste een longitudinaal doorgaand gat dat in verbinding staat met de zijgroef. Het paar roterende organen is op afstand van elkaar en roteerbaar opgenomende langwerpige laterale groef. Het ten minste ene elastische onderdeel wordt opgenomen in het ten minste ene longitudinale doorlopende gat en tegen het paar roterende organen aan.
Omschrijving
ACHTERGROND
1. Gebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op mechanische technologie en in het bijzonder op een kantpersgereedschap.
2. Beschrijving van gerelateerde techniek
Een gereedschap voor een kantbank omvat gewoonlijk een pons en een matrijs die een groef bepaalt om de pons te ontvangen.
Fig. 5 toont een matrijs 61 van een typisch kantpersgereedschap. De matrijs 61 definieert een langwerpige V-vormige groef 62 en twee langwerpige C-vormige groeven 63 op respectieve zijden van de V-vormige groef 62. De C-vormige groeven 63 zijn evenwijdignaar de V-vormige groef 62 en ontvangen roteerbaar een cilindrische plug 64 daarin. Tijdens het ponsen roteren de cilindrische pluggen 64 in de C-vormige groeven 63 om wrijving tussen de matrijs 61 en een werkstuk (niet getoond) in dematrijs 61, waardoor het werkstuk wordt beschermd tegen beschadiging.
Na te zijn geponst, wordt het werkstuk echter met de hand verwijderd uit de matrijs 61, hetgeen tijdrovend is.
Daarom is het nodig om een kantpersgereedschap te bieden waarin de beschreven beperkingen worden aangepakt.
SAMENVATTING
Een voorbeeld van gereedschap voor een afkantingsrem voor het buigen van een werkstuk omvat een pons met een ponspunt, een kant voor de persrem en een matrijshouder voor het daaraan bevestigen van de matrijs. De persremmatrijs omvat een paar roterende organen en ten minste één elastieklid. De persremmal definieert verder een langwerpige laterale groef gericht naar de punt van de pons en ten minste één longitudinaal doorgaand gat dat in verbinding staat met de laterale groef. Het paar roterende organen is op afstand van elkaar enRoteerbaar ontvangen in de langwerpige laterale groef. Het ten minste ene elastische onderdeel wordt opgenomen in het ten minste ene longitudinale doorgaande gat, tegen het paar roterende leden.
Andere voordelen en nieuwe kenmerken van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm / uitvoeringsvormen indien genomen in samenhang met de bijgevoegde tekeningen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Fig. 1 is een schematisch aanzicht van een gereedschap voor een kantbank volgens een voorbeelduitvoeringsvorm, dat een werkstuk toont dat moet worden geponst.
Fig. 2 is een geëxplodeerd, isometrisch aanzicht van een kantbank van het kantpersgereedschap van FIG. 1.
Fig. 3 is een samengesteld aanzicht van een kantpersmatrijs van het kantbankgereedschap van FIG. 1, in een niet-actieve positie.
Fig. 4 is vergelijkbaar met FIG. 3, die de kant van de persrem in gebruik toont.
Fig. 5 is een bovenaanzicht van een typerende matrijs gebruikt in een kantpersgereedschap.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Verwijzend naar FIG. 1 toont een werktuig 100 voor een kantbank voor het buigen van een werkstuk 200 in overeenstemming met een voorbeelduitvoeringsvorm een pons 10, een kantbank 20 en een matrijshouder 30. De pons 10 heeft een V-vormige ponstop 11. Dede matrijs 20 is bevestigd aan de matrijshouder 30. Het werkstuk 200 is geplaatst tussen de pons 10 en matrijs 20, en kan worden gebogen wanneer de pons 10 in de matrijs 20 daalt.
Verwijzend naar Fig. 1 en 2 omvat de matrijshouder 30 een basis 32 en een opneemgedeelte 34 dat zich loodrecht uitstrekt van de basis die naar de matrijs 20 is toegekeerd. Een langwerpige uitsparing 36 is gedefinieerd op een aansluiting van dedeel 34 tegenover de matrijs 20.
Verwijzend naar Fig. 2 tot 4 omvat de matrijs 20 een langwerpig uitsteeksel 24 dat naar de matrijshouder 30 is gekeerd, een paar roterende organen 40 en een aantal elastische elementen 50. Het langwerpige uitsteeksel 24 is opgenomen in de langwerpige verlenginguitsparing 36. De matrijs 20 definieert een langwerpige laterale groef 22, en een aantal longitudinale doorgaande gaten 23 staat in verbinding met de laterale groef 22 en functioneert als verlengstukken van de elastische elementen 50. De laterale groefDe groef 22 omvat een uitgespaard deel 220 met een W-vormig uiteinde en twee C-vormige deelgroeven 221. De C-vormige deelgroeven 221 zijn respectievelijk geplaatst aan weerszijden van het uitgespaarde deel 220 en communiceren met deverzonken gedeelte 220.
Het paar roterende organen 40 is op afstand van elkaar geplaatst, en een spleet 43 is daartussen gevormd. Het paar roterende organen 40 kan een configuratie vormen geschikt voor het ponsen van het werkstuk 200 in reactie op de indrukking van depons 10. Elk roterend orgaan 40 omvat een gekromd gedeelte 42 dat roteerbaar is opgenomen in een overeenkomstige C-vormige subgroef 221 en een langwerpig contactgedeelte 41 dat is geïntegreerd met het booggedeelte 42. Het langwerpige contactgedeelte 41 omvat een bovenoppervlak 412 dat vloeiend in contact staat met het werkstuk 200, en een onderste oppervlak 414 tegenover het bovenste oppervlak 412 dat aanligt tegen de elastische elementen 50 en vervolgens wordt ontvangen in de verzonken delendeel 220 wanneer het werkstuk 200 is gebogen.
Elk elastisch deel 50 omvat een herstelblok 51 en een elastisch element 52, bijvoorbeeld een drukveer. Een uiteinde van het herstelblok 51 grenst aan het onderste oppervlak 414 van het contactgedeelte 41 en het andere einde van het herstelHet blok 51 is verbonden met een einde van het elastische element 52. Een ander uiteinde van het elastische element 52 is bevestigd aan de matrijshouder 30. Op deze manier drijven de elastische elementen 50 de roterende organen 40 aan om het gestanste materiaal te verdrijven.werkstuk 200 uit de matrijs 20.
Tijdens een buigbewerking van het werkstuk 200 (onder verwijzing naar figuur 1), daalt de punt 11 van de pons af in de matrijs 20. Het werkstuk 200 drukt de twee bovenoppervlakken 412 van de contactgedeelten 41 in, en als gevolg daarvan drukt het paarroterende organen 40 draaien in de zijgroef 22 totdat het onderste oppervlak 414 wordt ontvangen en gestopt in het uitgespaarde gedeelte 220. Op dit moment worden de herstelblokken 51 van de elastische elementen 50 naar beneden gedrukt door decontactgedeelte 41 met gebruik van het onderste oppervlak 414, waardoor de elastische elementen 52 worden samengedrukt, en een V-vormige groef 44 wordt gevormd tussen de twee bovenste oppervlakken 412 van de contactgedeelten 41. Nadat het werkstuk 200 is geponst,de stoot 10 beweegt naar boven. Het elastische element 52 komt vrij om het herstelblok 51 naar een oorspronkelijke positie van het herstelblok 51 te duwen, en als gevolg daarvan roteert het paar roterende organen 40 om de kromming uit te werpen.werkstuk 200 uit de matrijs 20.
Het gebogen werkstuk 200 kan automatisch worden uitgeworpen door het paar roterende organen 40 van het kantbankgereedschap 100. Daarom wordt de tijd voor het voltooien van een buigoperatie van het werkstuk 200 verminderd.
Het moet echter worden begrepen dat, hoewel vele kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvoeringsvormen zijn uiteengezet in de voorgaande beschrijving, samen met details van de structuren en functies van deuitvoeringsvormen is de openbaarmaking slechts illustratief en kunnen wijzigingen in detail worden aangebracht, in het bijzonder in zaken van vorm, afmeting en rangschikking van delen binnen de principes van de uitvinding tot de volle omvang die is aangegeven door de brede algemenebetekenis van de termen waarin de bijgevoegde conclusies worden uitgedrukt.
Claims (5)
1. Een kantpersgereedschap voor het buigen van een werkstuk, het gereedschap bestaat uit:
een stomp met een ponspunt;
een persremmatrijs met een paar roterende organen en ten minste één elastisch orgaan, en de persremmatrijs die een langwerpige zijdelingse groef begrenst tegenover de ponspunt en ten minste een longitudinaal doorgaand gat dat in verbinding staat met delaterale groef, waarbij het paar roterende organen op afstand van elkaar is geplaatst en roteerbaar is opgenomen in de langwerpige laterale groef, waarbij het ten minste ene elastische element is opgenomen in het ten minste ene longitudinale doorlopende gat en tegen het paar van deroterende leden; eneen matrijshouder die de matrijs daarop bevestigt;
waarbij de langwerpige laterale groef een uitgespaard gedeelte omvat met een W-vormig uiteinde en twee C-vormige subgroeven die respectievelijk zijn aangebracht aan tegenovergestelde zijden van het uitgespaarde deel en in verbinding staan met het uitgespaarde deel; elkroterend deel omvat een gekromd deel dat roteerbaar is opgenomen in een overeenkomstige C-vormige subgroef en een langwerpig contactgedeelte geïntegreerd met het gebogen gedeelte; het langwerpige contactgedeelte omvat vloeiend een glad bovenoppervlakcontact maken met het werkstuk en een onderste oppervlak tegenover het bovenste oppervlak dat aanligt tegen de elastische delen en vervolgens worden opgenomen in het uitgespaarde deel wanneer het werkstuk wordt gebogen.
2. Kantpersgereedschap volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene elastische deel een herstelblok en een elastisch element omvat; waarbij een uiteinde van het herstelblok aanligt tegen het onderste oppervlak en het andere uiteinde van het herstelblokverbonden met een uiteinde van het elastische element.
3. Kantpersgereedschap volgens conclusie 2, waarbij het elastische element een drukveer is.
4. Gereedschap voor een kantbank volgens conclusie 1, waarbij de matrijshouder een basis en een ontvangend gedeelte omvat dat zich loodrecht uitstrekt van de basis die naar de matrijs is gekeerd, en een langwerpige uitsparing is gedefinieerd op een aansluitpunt van degedeelte tegenover de dobbelsteen.
5. Gereedschap voor een kantbank volgens conclusie 4, waarbij de matrijs een langwerpig uitsteeksel omvat dat is gekeerd naar de matrijshouder en is opgenomen in de langwerpige uitsparing.